De Doeve
Een kringetje van veren
ligt in het groene gras
de botjes zijn verdwenen
wat eens een duifje was
Een roofvogel de dader
het helpt niet als ik gis
wie is de duivenmelker
die nu dit duifje mist
Ik zie al na twee dagen
bijna geen veertjes meer
een mus komt aangevlogen
strijkt bij het hoopje neer
En steeds pikt ze een veertje
nu weet ik het ’t word een nest
eerst bouwen voor nieuw leven
en ik vind ’t dan ook best
Zelfs vindt de mus een huisje
maar bouwt het zelf secuur
ook dat heeft onze Schepper
geregeld in de natuur
Wij moeten er voor werken
ook ’t musje kiest daarvoor
straks zijn er jonge musjes
zo gaat het leven door
Nel Andeweg – van Brakel.